Voetstappen naar de tent?
De eerste avond kampeerde ik bij Shipley Bridge. Ook hier lag ik in de tent steeds te luisteren of ik voetstappen hoorde. Bij ieder geluid keek ik even buiten de tent: al wéér de wind door het gras. Al wéér een koe!
Als je denkt dat je iets hoort wat je niet aanstaat, hoor je het ook, steeds duidelijker, ook al hoor je het helemaal niet.
De derde avond was ik in de buurt van Princetown. De camping bestond nog niet. In een bos langs de weg was een man aan het werk en ik vroeg hem of ik daar mocht kamperen.
Ik zette de tent op, kroop in de slaapzak om siësta te houden en net had ik gedacht: ‘hier durf ik wel tussen 10 houthakkers te kamperen’ of ik hoorde een auto aankomen, stoppen, en voetstappen naar de tent toe. Dus zó klonken echte voetstappen!
Het was de man aan wie ik toestemming had gevraagd. Hij vroeg of ik niet liever op de boerderij wilde slapen met het oog op naderend onweer. Maar ik lag al in de slaapzak en wilde geen stap meer doen. Onweer of geen onweer. De man was echt aardig want we praatten nog wat en daarna ging hij weg en bleef ook weg.
Midden op Dartmoor wild kamperen is het leukste wat er is!
Wat een rust! Midden op de moor is echt geen mens, en zeker niet als het donker is. Ook geen sporen van mensen in de vorm van snoeppapiertjes, peuken, wcpapier, blikjes, bekertjes, prullebakken, banken, aanwijsborden, en nergens ‘verboden toegang’.
Daar kon ik rustig alleen kamperen tussen de koeien die om de tent graasden en geluiden maakten als 25 hijgers. Het enige waar ik daar bang voor was, was een koe op de tent en bliksem in de tentstok, maar niet voor mensen!!!
Zijn er spoken?
Soms heb ik de tent al bijna helemaal opgezet en denk dan ineens: het is hier griezelig, het spookt hier! Dan pak ik alles weer in en loop verder tot ik een andere plek heb gevonden, want geesten wil ik liever niet op bezoek hebben. Ik mag heel kinderachtig zijn van mezelf, er is toch niemand die het ziet.
Een andere verhouding tussen mens en landschap dan in Nederland
Een paar jaar na de eerste Dartmoor reizen was ik in Schotland, ik liep een stuk van de West Highland Way. Ik ben niet zo groot en met een zware rugzak loop ik ook niet zo snel. Ik schuifel als een kabouter door het landschap. Mensen haalden me in op de wandelpaden en vroegen dan: are you on your own?
Op een moment kwam ik boven op een heuvel een bocht om en zag beneden op het pad de twee mensen zitten die mij net ingehaald hadden. Zodra ze me zagen, stonden ze op, liepen door en verdwenen om de volgende bocht. Dat herhaalde zich een paar keer. Ik werd stilzwijgend in de gaten gehouden. Niet om me op een onbewaakt moment te overvallen, maar om te zien of alles nog wel in orde was.
Mensen helpen elkaar daar om in het landschap te overleven. Iedereen weet: het landschap is de baas, niet de mens. Het is een andere verhouding tot het landschap dan in Nederland waar het landschap beschermd moet worden tegen de mens. Daar moet de mens zichzelf beschermen tegen het landschap.