Waar leerde ik Dartmoor in beeld brengen? Op de Hoge Veluwe!

Op de Hoge Veluwe oefenen om het wandelen op Dartmoor in beeld te kunnen brengen

Waar kon ik oefenen om het wandelen in de ‘Grote Lege ruimte’ van Dartmoor en de ervaring van de ‘langere duur van het verblijf’ in beeld te brengen?

Op de Hoge Veluwe vond ik iets van de krachtmeting met het landschap van Dartmoor terug. De Plijmen, een gebied met enorme vliegdennen, werd in de jaren ’80 tien jaar lang mijn inspiratiebron.

'Boom met opgetrokken knie,' de Plijmen, Hoge veluwe
Boom met opgetrokken knie, 2-luik, etsen, 38 x 100 cm + 43 x 100 cm,1986

Het gebied ligt buiten de drukbezochte wandelroutes.
Als ik er aan het werk was, renden er soms een paar herten langs. In een dunne laag sneeuw zag je ’s morgens plekken onbedekte bosgrond waar ze ’s nachts gelegen hadden.
Niemand beroerde de takken en afgevallen denneappels op de grond. De geschiedenis van elke boom was nog af te lezen aan wat er onder lag.

Twee of drie keer per week fietste ik er naar toe om de bomen te tekenen. Eerst op papier, en zodra ik de compositie had bepaald, sleepte ik de etsplaten achterop de fiets mee om er ter plekke met vetkrijt op te tekenen of in de afdeklak te krassen.

Hoe breng je de “Grote ruimte” in beeld?

De “Boomstronk”

Ik begon buiten met het tekenen van de enorme stronk van een pas omgewaaide boom. Mijn blik ‘’wandelde’’ langs neerhangende wortels en varenstengels en de sporen van de ‘’wandeling’’ legde ik tekenend vast op papier.

'Boomstronk, zijaanzicht', om het in beeld brengen van een grote ruimte te oefenen
Boomstronk zijaanzicht, 50 x 70 cm, 1984

In het atelier werkte ik de schetsen uit. Maar hoe groot het formaat ook was waarop ik tekende of schilderde, de boomstronk bleef maar de indruk maken van een heel hanteerbaar formaat te zijn.

Wanneer lijkt iets groot? Als je niet alles in één oogopslag kan overzien, als je je hoofd moet draaien om je blik van het ene fragment naar het andere te laten wandelen. Als je tussen de fragmenten even moet kunnen ademhalen.
Lucht moet er tussen de fragmenten van een wandeling zitten! Wit in het beeld!

De maat van etspers en drukpapier

Een meterslange compositie kan je niet in één keer op een etspers drukken.
Papier van 106 x 76 cm was voor mij het maximumformaat. Ook hierdoor was ik wel gedwongen de compositie in fragmenten op te delen.
Maar door vormen de weg te laten wijzen naar een volgend vel papier kon een wandeling veel langer worden! Steeds meer vellen naast elkaar, meters breed!

Ik maakte een tweede versie van de boomstronk: een 3-luik.

'Boomstronk vooraanzicht', 3-luik om het in beeld brengen van een grote ruimte te oefenen
Boomstronk vooraanzicht, 3 x 40 x 70 cm, 1984

De wandeling over de boomstronk werd een lusvormige route die oneindig door liep. Een paar zandkluitjes in het midden fungeerden als een ‘wissel’ op de route waar je blik langs gestuurd wordt op weg naar de andere lus, als een ‘knoopje’ in de compositie.

Hoe breng je ”in de ruimte” zijn in beeld?

”Onder een boom zitten”

Om ‘’in’’ een ruimte te zijn, ging ik op de Plijmen onder een boom zitten. Natuurlijk zag ik dan nooit de hele boom in één oogopslag. Ik keek naar de vormen boven mijn hoofd, recht vooruit, naast mij op de grond en half achter mij. Naar vormen die de route van mijn blik stuurden en langs vormen die de ruimte begrensden.
Wat er verder nog te zien was, liet ik weg. Als je iemand de weg wijst, noem je ook niet elke baksteen op waar je langs komt. Je houdt het bij de opvallende oriëntatiepunten.

Hoe breng je “Lege ruimte” in beeld?

Hoe laat je lege ruimte zien? Alleen maar een vel papier leeg laten zegt niets, dat leg je terug in de la. Je moet er nadrukkelijk de aandacht op vestigen! Kijk eens, Niets te zien! Niets met een hoofdletter, Niets wat een rol speelt in de compositie, en wat ik noem ”het Gevulde Niets, het tegenovergestelde van niets-bij-gebrek-aan-beter”.

“Het Slagveld”

In een gedeelte van het bos lagen wat kleinere in een storm omgewaaide bomen langzaam te vergaan in het gras. Sommige leken achterover gevallen mensfiguren. 

Schets omgevallen boom op het Slagveld, de Plijmen, Hoge Veluwe
Voorstudie Slagveld, pierre noir stift op papier 29,5 x 42 cm

Dit gebied noemde ik “Het Slagveld”. Heel toepasselijk kon je toen, in de jaren ’80, in de verte het gebulder van de schietoefeningen horen op het militaire terrein ten noorden van de Hoge Veluwe.

Bleef ik bij de Plijmen nog op één punt vlak voor de boom staan en bewoog ik alleen mijn hoofd om rond te kijken, bij het Slagveld wandelde ik echt door het gebied van de ene omgevallen boom naar de andere.

Op de eerste schetsen waren nog hele bomen te herkennen. Maar om een ‘wandelroute’ te kunnen volgen, moesten er steeds meer afleidende vormen uit het beeld verdwijnen. Ik plakte stukken papier op de compositieschets en zat eindeloos te kijken of de route wel doorliep. Als ik mezelf er op betrapte naar iets buiten de compositie te kijken, wist ik dat ik de weg was kwijtgeraakt!
Toen eindelijk alles klopte, waren er alleen nog maar minieme oriëntatiepunten overgebleven.

Richtingaanwijzers

De vormen moesten richtingaanwijzers zijn, je moest ze even kunnen bekijken en dan weer loslaten om op weg naar de volgende vorm te gaan.

En wat zag je onderweg? Zo hier en daar een tak in het gras of een gedeelte van een stam met zijtakken van een omgevallen boom. Daartussen was niets te zien. Je belandde in lege ruimte! De vormen stuurden je er naar toe en leidden je er door heen.

'Slagveld3, lopen langs de gevallen stam' Op de Plijmen,  op de Hoge Veluwe, oefenen om het wandelen op Dartmoor in beeld te kunnen brengen
Lopen langs de gevallen stam, 2-luik, etsen, 60 x 100 cm + 50 x 100 cm

“Lopen langs de gevallen stam” heeft de manier van kijken alsof je wandelt op het ruige terrein van Dartmoor. Je kijkt waar je je voeten zet, naast een stuk stam, en dan in de verte naar een oriëntatiepunt waar je naar toe gaat, naar een tak in het gras.

Kamerbreed formaat!

Om een echte ruimte om je heen te krijgen, moest het beeld van het Slagveld een groot formaat hebben. De hoogte is 100 cm en de compositie loopt 10 meter door. Drie wanden van mijn atelier nam het werk in beslag.
Als ik op een bepaald punt zat kon ik het hele Slagveld overzien. Zoveel wit, zoveel lege ruimte om mij heen dat ik er helemaal rustig van werd.

Hoe breng je “de langere duur van het verblijf” in beeld?

“Kruipen onder de langzaam inzakkende dode boom”

Schetsen superboom op de Plijmen
Schetsen van de enorme boom, potlood op papier

Eén van de bomen in de buurt van het Slagveld was gigantisch groot en indrukwekkend. Zo dood als een pier, maar me nog wel te slim af. Ik begon er tekeningen van te maken terwijl ik er omheen liep, maar de ruimte onder de takken nodigde uit om er onderdoor te kruipen, om een wandeling te maken binnen het gebied van de boom. Dit leidde tot heel andere tekeningen: een tak of de stam is vlak voor je. Je ziet alleen nog maar dat obstakel waar je langs moet, meer niet.

Schets superboom 1
Dikke tak, potlood op papier, 42 x 29,5 cm
Schets superboom 2
Grote tak, potlood op papier, 42 x 29,5 cm
Schets superboom 3
Stam, potlood op papier, 42 x 29,5 cm

Die obstakels werden de oriëntatiepunten op de route van de wandeling: de vormen die de weg wijzen en de vormen die de ruimte begrenzen om te voorkomen dat je kijkend de compositie uit vliegt.

Terwijl ik nog aan de voorstudies bezig was, brak de boom in drieën in een zware storm. Een deel van de stam kantelde en de wortels en het zand ertussen kwamen tevoorschijn. Dat werd het eindpunt van de wandeling. Langs een andere route kroop ik het gebied van de boom weer uit.

Even indrukwekkend als de boom zelf moest het beeld van de wandeling worden: een 7-luik, 490 cm breed en 100 cm hoog.
Direct herkenbaar als een boom is het niet.
De vormen hebben de textuur van schors of van kaal hout. Het zand in de holte onder de stam is het ‘knoopje’ in de compositie, de wissel op de route.

Details uit ‘Kruipen onder de langzaam inzakkende dode boom’

Het langzame kijken

Zelfs ik moet telkens als ik het 7-luik weer zie, wennen aan de lege tussenruimtes. Klopt het wel? Had er minder ruimte moeten zijn? Nee, het klopt wel, tot op de centimeter. Het leidt tot ‘langzaam reizen’, tot ‘langzaam kijken’, waardoor de duur van het verblijf langer wordt.

Dat wilde ik toch? De kijker langer vasthouden dan één oogopslag? ‘Blikvanger, achtergrond…klaar, alles gezien’ was precies wat ik niet meer wilde.
Desoriëntatie, dat mocht de blikvanger zijn! Een richtingaanwijzer, een aanduiding van een sfeer, meer niet. De ontknoping komt pas als je de route volgt.

“Langs de takken in het gras, over de boomstam, naar het spechtenhol in de verte”

Eindelijk! Na 10 jaar zoeken!! De oplossing hoe ik het wandelen op Dartmoor in beeld kon brengen!

Hoe kijk je naar dit 3-luik?

Rechterpaneel: ‘Langs de takken in het gras…’
Vormen van takken wijzen de weg op de route van de wandeling.
Je blijft niet lang stilstaan bij een vorm, even realiseer je je dat het een tak is, maar je laat hem weer snel los om verder te gaan.
De ruimte is summier begrensd om te voorkomen dat je blik de compositie uit schiet voor je de hele wandeling gemaakt hebt.

Middenpaneel: ‘…over de boomstam…’
Gangetjes van insekten in een tak zonder schors vormen een ‘wissel’ op de route waarlangs je blik een bepaalde richting op gestuurd wordt.

Linkerpaneel: ‘…naar het spechtenhol in de verte’
Wandelend in de lege ruimte tussen de vormen kom je ten slotte bij het spechtenhol uit.

Linkerpaneel: naar het Spechtenhol in de verte
Spechtenhol

Klaar voor Dartmoor!

Heel lang heb ik over het Slagveld en het 7-luik van de gigantisch grote boom gedaan. Jaren! Van 1985 tot 1990! Boven de proefdrukken op het prikbord hing een briefje met ‘Niet wanhopen’.

Compositieschetsen voor superboom op de Plijmen
Voorstudies compositie 7-luik

Ik moest het landschap uit elkaar laten vallen om het daarna op een andere manier weer in elkaar te kunnen zetten, zodat je kijkend naar de compositie een route volgt en onderweg langdurig in de grote lege ruimte verblijft.

Toen ik dat gedaan had, kon ik eindelijk aan Dartmoor beginnen!

Zelfportret bij Eastern Beacon, Dartmoor
Bij de stenenrij bij Butterdon Hill, Dartmoor, 1995

2 gedachten over “Waar leerde ik Dartmoor in beeld brengen? Op de Hoge Veluwe!”

Plaats een reactie