Een voettocht op Dartmoor is geen ommetje over de Wolfhezer hei!

Home » Blog pagina » Een voettocht op Dartmoor is geen ommetje over de Wolfhezer hei!

Een voettocht op Dartmoor is geen ommetje over de Wolfhezer hei!

Op de 1e reis naar Dartmoor in april 1979 had ik om een gedeelte van het natuurgebied heen gefietst over de asfaltwegen. Eén middag had ik gewandeld op de moor bij Ivybridge.

Wat vond ik in mijn aantekeningen na die reis? Geklaag! “…dat het weer zo’n klein stukje was!”

Maar op de moor zelf was ik niet meer dan een paar uurtjes geweest, een ommetje alsof ik op de Wolfhezer hei was! Waar ik voor kwam, de Grote Lege Ruimte, lag pas achter de volgende heuvelrij!

‘…Maar het woei zo hard… je kon niet met de fiets… ik vond het eng om in een moeras te zakken terwijl er niemand bij was om me eruit te trekken… ik durfde niet in m’n eentje zo’n pad dwars over de moor te nemen.’

Bah! Ik was teruggedeinsd! Ik liet me door mijn angst op de kop zitten, in plaats van me er tegen te wapenen door te leren omgaan met de moor. Terug! En nu dwars door de grote lege ruimte! Lopend!

Wandelen in een veel grootschaliger landschap dan het Nederlandse

Dartmoor is veel grootschaliger dan de heidevelden in het Nederlandse landschap. Om het gebied te doorkruisen zou ik een paar dagen nodig hebben, een heel andere manier van wandelen dan in Nederland.

Het hele kampeerhuishouden moest mee in de rugzak, kaarten, kompas, twee zware zuurdesembroden en een pot notenmoes, daarbovenop nog 4 schetsboeken met 250 grs. papier en een cameratas. Kon ik dat volhouden, al die kilo’s op m’n rug, al die kilometers?

De kampeeruitrusting

De kampeeruitrusting op die eerste voettocht was behoorlijk spartaans, alleen het meest noodzakelijke had ik bij me en nog lang niet alles was lichtgewicht.

Bever Zwerfsport bestond in 1979 nog niet, maar zodra die er was, begon ik de loodzware, niet echt waterdichte spullen van de legerdump stuk voor stuk te vervangen door een lichtgewicht uitrusting. Elke reis kwam er wat bij: een tent van 1800 gram, de warmste slaapzak die ze in de winkel hadden, een ademend regenpak, een matje, een brandertje, een waterzuiveringspompje met keramisch filter dat het meestal niet deed, en een betere rugzak. De laatste luxueuze aanschaf was een echt kampeerkussentje.

Kampeeruitrusting in de tent, 2018
In de tent met kampeerspullen, 2018

De route van de 1e voettocht op Dartmoor

In oktober 1979 ging ik terug. Ik wilde een route volgen die al een duidelijke vorm in de ruimte had.

Op de kaart van Dartmoor liep een rode stippellijn. Een pad! Bij Shipley Bridge kon ik beginnen en dan het pad volgen dwars over de moor naar Princetown. Een gedeelte viel samen met ‘’Abbot’s Way’’, een oude route van monniken die over de moor van het ene klooster naar het andere liepen. In alle boekjes en op alle kaarten stond de stippellijn. Dan zou het pad er vast wel zijn.  

Voorbereiding op de gevaren van een voettocht op Dartmoor

Eindeloos kilometers tellen op de kaart. 7 kilometer per dag moest toch wel haalbaar zijn? Waar is een vluchtroute als de weersomstandigheden te slecht worden om op de moor te zijn? Hoeveel eten moet er mee? Ook noodrantsoenen?

De lijn op de kaart liep langs 3 moerasgebieden. Kon ik daar in zakken, en hoe kwam ik er dan weer uit?

Vóór de reis in Londen in boekjes neuzen over Dartmoor en het wandelen daar. Het boek van de man die heel Grootbrittanië doorgelopen was, van zuid naar noord, en in de mist doorliep recht Cranmere Pool in, tot de rand van z’n jas in een ven in één van de grootste moerassen. Hoe kwam hij er weer uit? ‘Voorzichtig achterover leunen en dan eerst één voet eruit en daarna voorzichtig de andere voet. En zo door. Stilstaan kan niet, dan zak je er in, doorlopen eigenlijk ook niet, op de plantengroei letten, van pol naar pol springen. Niet gaan trappelen, dan raakt de bodem nog meer los.’ Oei, laat ik dat uit mijn hoofd leren.

Noodsignaal fluiten

Volgens de survival handboeken moest je altijd een fluitje meenemen om in geval van nood het internationale noodsignaal te kunnen blazen: 6 keer fluiten binnen één minuut, daarna een minuut stilte om te luisteren of iemand het signaal gehoord had en nu als antwoord hetzelfde floot. Doorgaan met signalen uitwisselen tot je gevonden bent.

Het fluitje heb ik altijd braaf meegenomen, maar gelukkig heb ik het nooit hoeven te gebruiken, want voordat er op Dartmoor een andere wandelaar binnen gehoorsafstand is, ben je al lang buiten adem. Tegenwoordig kan je de 112 bellen en roepen “Police! Mountain Rescue Post!”

The Mountain Rescue Post

Ik zat wel met een dilemma. In ieder boek over wandelen op de moors wordt gezegd dat je voor je het gebied in gaat iemand moet vertellen waar je naar toe gaat en wanneer je weer in de bewoonde wereld terug denkt te zijn. Daar moet je dan even melden dat je er weer bent. Komt er geen bericht, dan wordt de Mountain Rescue Post er op uit gestuurd om je te gaan zoeken.

Iemand vertellen waar ik uit zou hangen? Aan mannen nog wel? Dat was precies wat ik niet wilde. Ik had echt liever niet dat iemand zou weten dat ik daar als vrouw alleen ’s nachts op de moor in een tentje zat. Visioenen kreeg ik van de plaatselijke dorpsjeugd, balancerend op de achterwielen van hun brommers rondjes rijdend om mijn tent, klaar om me met z’n allen te bespringen. Ik voelde me veel veiliger als niemand wist waar ik was. Bericht achterlaten heb ik nooit gedaan.
Maar neem hier toch maar geen voorbeeld aan!

Plaats een reactie