Het idee voor een schilderij van Hameldown
Op Hameldown was ik helemaal in extase geraakt door het donkere van de hei. ‘Hier wil ik een heel groot donker schilderij van maken’ dacht ik. Het zou nog 20 jaar duren voor het zo ver was dat ik dat kon realiseren, want in die tijd maakte ik alleen nog maar grafiek.
‘De ideale landschapstekening’
In oude aantekeningen vond ik een verwijzing naar ‘de ideale landschapstekening’. Had ik die ooit gemaakt? Dat wilde ik wel eens zien! Ik moest het hele atelier omspitten om hem na 45 jaar terug te vinden.
Het was een serie van 11 potloodschetsen van de populierenbossen bij Elst. Sommige van veraf, andere wat meer ingezoomd, de ene keer wat herkenbaarder, soms alleen maar horizontale krassen, elk bos apart, of de twee samen op één schetsblad. Maar alle 11 bij elkaar gaven de ervaring weer van het op die plek staan, meer dan één die je er uit zoekt om uit te werken.
Bij de ‘ideale landschapstekening’ had ik een tekst geschreven:
”Jarenlang heb ik etsen van landschappen gemaakt op de volgende manier: ik stormde naar buiten, maakte een aantal schetsen, stormde weer het atelier in en werkte één onderwerp in een ets uit. Toen ik de schetsen van de populierenbossen bij Elst op de muur geprikt had, kwam ik tot de ontdekking dat ze in deze staat precies weergaven wat ik van het landschap wilde duidelijk maken, beter dan één uitgewerkte ets zou doen. Wat moest ik er nu verder mee?… Na anderhalf uur kijken heb ik een briefje bij de tekeningen geplakt met ‘zo moet het’. Zo heb ik alles een half jaar laten hangen.”
Nu zie ik dat het getekend was zoals ik later deed op Dartmoor. ‘De ideale landschapstekening’ was een ‘wandeling’! Uit 1978, nog vóór de eerste Dartmoorreizen!
De wandelingen hingen blijkbaar al in de lucht, maar hadden nog geen plek om te landen.
Wat ik gedaan heb met de tekeningen van de 2e reis
Na de 2e reis heb ik met de tekeningen van de polletjes gras en de stenen van Stall Moor Row composities gemaakt. Ik legde een aantal onder elkaar in de volgorde waarin ze getekend waren. Er ontstond een beeld wat in de verte herinnerde aan een stenenrij.
Ik schoof ook tekeningen van de stenen bij South Hessory Tor bij elkaar. Kijk, dit lijkt wel een stenencirkel of een hutcircle!
Wist ik veel, ik had er nog geen in het echt gezien. Als de stenen maar een beetje in een kring lagen, dacht ik al dat ik een prehistorisch monument zag.
Eigenlijk was dit al de methode om ‘wandelingen’ in beeld te brengen, die 10 jaar later pas boven zou komen drijven. Op dat moment bleef het bij een compositie van 2 of 3 tekeningen. Ik had geen idee wat ik er verder mee zou kunnen doen.
Hoe ontwikkel je een idee?
Je kan er van overtuigd zijn dat iets ‘zo moet’, maar niet weten wat de volgende stap kan zijn. Je weet dat het in deze vorm te kort schiet om als zelfstandig werk te fungeren, maar hoe het verder te brengen, welke kant je uit moet om het te ontwikkelen, is nog geheel in duister gehuld.
Als je met dit soort knoedeltekeningen thuis komt, denk je: ‘Wat moet er van me terechtkomen?’
Maar soms moeten ideeën jarenlang rijpen. Pas 43 jaar na de eerste Dartmoor reizen heb ik een linosnede gemaakt op basis van de tekeningen van de 2e reis: ‘Langs het muurtje lopen en de beek oversteken’. Eindelijk was ik zo vertrouwd met de vormen van de stenen dat ik aan de ‘knoedels’ genoeg had om er een herkenbaar muurtje van te kunnen maken.
Mij trekt het meest in Grafiek dat je eindeloos kunt uitproberen en ontdekken waar de zoektocht naar toe gaat.
Ik heb mijn opleiding gehad op de KunstAcademie in Arendonk.
Ik ben er gefascineerd geraakt door grafiek kunst. In mijn Atelier werk ik eigenlijk te weinig op mijn pers omdat ik ook veel schilder. De zoektochten met grafiek brengt mij steeds weer op nieuwe ideeen.
Op 8 juli schreef ik al: wat een helder verhaal over een lange zoektocht.
Agnes
Bijzondere werken komen met je tochten/wandelingen naar voren, de hoogdruk op textiel en postpapier heel erg fraai en de tekeningen maakten direct een associatie met Richard Long in mijn hoofd,
Groet van Cora